Het afgelopen jaar berichtte de media regelmatig over een dreigend drinkwatertekort in Nederland. Maar hoe urgent is de drinkwaterproblematiek in Nederland nu écht? En wat is er voor nodig om deze uitdaging het hoofd te bieden? Frank van Gaalen, wetenschappelijk onderzoeker water en ruimte bij het PBL, deelt in gesprek met Iv zijn inzichten over de groeiende risico’s, de grootste uitdagingen in Nederland en de rol van drinkwaterbedrijven en ingenieursbureaus zoals Iv in een toekomst waarin water steeds schaarser wordt.
Het rapport ‘Klimaatrisico’s in Nederland’ dat het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) in 2024 publiceerde laat duidelijk zien dat de gevolgen van klimaatverandering steeds zichtbaarder worden. Hoewel Nederland over het algemeen goed georganiseerd is, zien we dat klimaatverandering al een merkbare impact heeft op onder andere onze drinkwatervoorziening. Drinkwaterbedrijven hebben de verplichting om schoon drinkwater te leveren, maar in de toekomst zullen meer maatregelen nodig zijn om dit op een duurzame manier te kunnen blijven doen. “De manier waarop we nu met water omgaan zal moeten veranderen om aan de toenemende vraag te kunnen voldoen bij een afnemend wateraanbod. Het terugdringen van de drinkwatervraag kan al een groot verschil maken. Een nog groter verschil maakt het terugdringen van de watervraag in het algemeen. Daarnaast is het belangrijk om te kijken naar alternatieve drinkwaterbronnen. De vraag is hoe we deze veranderingen kunnen doorvoeren in een scenario van voortdurende en onzekere klimaatverandering”, vertelt Frank. Het is continu zoeken naar de juiste balans tussen diverse factoren.
De waterkwaliteit in Nederland is nog steeds een punt van zorg. Grondwater raakt steeds meer vervuild en oppervlaktewater is niet altijd schoon genoeg. Wanneer er minder water beschikbaar is, stijgen de concentraties van verontreinigende stoffen. Bovendien kan verdroging voor nog meer problemen zorgen, en hogere temperaturen leiden tot meer algengroei in oppervlaktewater. Frank: “Dit zijn allemaal signalen dat we goed moeten nadenken over het gebruik en beheer van onze waterbronnen.”
Bij droogte gebruiken we vaak meer water voor bijvoorbeeld de landbouw en tuinsproeien, wat de watervraag verhoogt en daarmee het probleem alleen maar versterkt. Drinkwaterbedrijven zijn daarom bezig met het diversifiëren van waterbronnen, zodat ze flexibeler kunnen inspelen op schaarste. “Als we geen maatregelen nemen, lopen we tegen serieuze problemen aan”, stelt Frank.
De uitdaging waar we voor staan is groot en complex. De droogteperiodes duren langer en komen vaker voor, terwijl de periodes waarin watercondities of natuur zich kunnen herstellen steeds korter worden. Natte periodes zullen waarschijnlijk vaker voorkomen. Het gaat steeds meer om extremen, en dat maakt het waterbeheer lastiger. “We moeten ons voorbereiden op grotere en complexere problemen”, vertelt Frank. Maar er zijn grenzen aan wat we kunnen doen om ons te wapenen tegen klimaatverandering, dus we moeten duidelijker nadenken over wat écht belangrijk is. Frank: “De natuur komt vaak op de laatste plaats en daarnaast gaat het ook om zaken zoals archeologisch erfgoed en funderingen die nat moeten blijven. We moeten prioriteiten stellen en structureel kijken naar hoe we ons landgebruik beter kunnen organiseren. En misschien nog belangrijker is het dat er politieke keuzes worden gemaakt op korte termijn. Wie krijgt prioriteit in perioden van waterschaarste: landbouw, natuur, drinkwater, archeologie, funderingen? Dat soort afwegingen moeten gemaakt worden. We hebben de luxe niet om op deze voet door te gaan.”
Overheden en drinkwaterbedrijven zijn al flink bezig met vooruitkijken en plannen maken voor de toekomst. Om een drinkwatertekort in 2030 te voorkomen zijn specifieke acties vastgesteld. Voorbeelden zijn het aanwijzen van exacte locaties waar drinkwater gewonnen kan worden en het wegnemen van obstakels om drinkwaterbedrijven makkelijker een vergunning te geven om water op te pompen. Dit staat in het Actieprogramma Beschikbaarheid Drinkwaterbronnen 2023–2030, dat op 13 januari 2025 naar de Tweede Kamer is verstuurd.
Frank: “We moeten minder afhankelijk worden van een beperkt aantal bronnen. Daarnaast kan het helpen om systemen te ontwikkelen voor apart gebruik van drinkwater en grijs water. Dit gebeurt in Nederland nog maar weinig, maar in bijvoorbeeld België veel meer, en kan helpen om minder drinkwater te gebruiken voor toepassingen zoals het doorspoelen van toiletten.”
Op sommige punten is het PBL optimistisch over de toekomst. Frank: “De waterveiligheid in Nederland is goed geregeld en het bewustzijn over klimaatrisico’s groeit. Toch moeten we blijven hameren op het feit dat alles sneller gaat dan aanvankelijk werd verwacht. In 2015 schreef het PBL ook een rapport over klimaatrisico’s. Veel van de gebeurtenissen die toen decennia later werden verwacht, treden nu al op.”
Zo merken zowel Vitens, het grootste drinkwaterbedrijf in Nederland, als Dunea, een groot drinkwaterbedrijf in Zuid-Holland, dat zij momenteel in sommige gebieden tegen de grenzen van hun capaciteit aanlopen. Rik Dogger, woordvoerder bij Vitens, vertelt hierover: “Mensen zien het als vanzelfsprekend dat er schoon water uit hun kraan komt. Als drinkwaterbedrijf is het onze plicht om dit mogelijk te maken, maar daarvoor moet er de komende jaren wel wat gebeuren. We moeten samen optrekken om ervoor te zorgen dat we in de toekomst nog voldoende drinkwater houden.” Vitens ziet dat de situatie nu al nijpend is in sommige gebieden. Nieuwe woningen die reeds op de tekentafel liggen kunnen nog worden aangesloten op het drinkwaternet, maar voor woningen die hierna nog moeten worden gebouwd is dit een uitdaging. Rik: “We zien nu al dat het in sommige gebieden echt alle hens aan dek is om daar schoon water uit de kraan te krijgen als het in de zomer lang heet en droog is. Die situatie zal zich op steeds meer plekken in Nederland voor gaan doen. Hierdoor moeten wij meer drinkwater gaan maken én we moeten kijken of het gebruik van water nog verder omlaag kan om er zo voor te zorgen dat er voldoende water is voor iedereen.”
Volgens het RIVM is er in 2030 circa 100 miljoen kuub extra drinkwater per jaar nodig om de drinkwatervoorziening te garanderen. Technische maatregelen bij drinkwaterbedrijven kunnen een belangrijke rol spelen in het waarborgen van voldoende drinkwater. Als ingenieursbureau helpt Iv drinkwaterbedrijven bij de zoektocht naar en realisatie van potentiële technologische oplossingen. “De kracht van Iv ligt met name in het ontwerpen van technologische oplossingen en het vertalen hiervan in integrale ontwerpen. Een complexe opgave waar veel bij komt kijken, want in deze oplossingen moet rekening worden gehouden met wet- en regelgeving, de omgeving, inpassing van de doelstellingen van de opdrachtgever en daarnaast moet er oog zijn voor duurzaamheid, veiligheid en beschikbaarheid. Iv heeft hiervoor alle benodigde disciplines en kennis in huis. We zijn ambitieus in het behalen van het beste resultaat voor de uitdaging, met het vizier op de gehele waterketen”, vertelt Paul Kloet, directeur Water bij Iv.
Momenteel adviseert Iv Dunea bij de zoektocht naar een nieuwe drinkwaterbron binnen het project ‘Drinkwater voor de Toekomst’. En ook werkt Iv al jaren samen met Vitens aan de uitbreiding en upgrades van drinkwaterlocatie Boerhaar-Diepenveen, waarbij de productiecapaciteit wordt verhoogd van 5 miljoen kuub water naar 6,13 kuub water per jaar. Hierbij wordt de kwaliteit van het drinkwater verbeterd door het toevoegen van een extra zuiveringsstap. Een uitdagend project waarvan de bouw inmiddels in volle gang is.